Op basis van de huisvestingswet zijn gemeenten verplicht om statushouders te huisvesten. Over het algemeen lukt het de Gelderse gemeenten behoorlijk om aan de gemaakte afspraken rondom huisvesting te voldoen (Remmers, 2023). Integratie is echter meer dan enkel huisvesting.
Verantwoordelijkheid inburgeren van statushouder naar gemeente
Sinds 2013 lag de verantwoordelijkheid om in te burgeren bij de statushouder zelf. Dit bleek een te groot beriep te doen op de eigen verantwoordelijkheden. Sinds januari 2022 heeft de gemeente weer regie gekregen op de inburgering van statushouders. Zij financieren de inburgering, en maken een Persoonlijk Plan voor iedere statushouders gericht op hetzij het volgen van vervolgonderwijs, het behalen van het inburgeringsexamen of gericht op deelname aan de maatschappij.
Iedere Gelderse gemeente heeft hiervoor zijn eigen beleid ontwikkeld. Op die manier kan optimaal afgestemd worden op de lokale situatie en lokale stakeholders, zoals vrijwilligersorganisaties, betrokken worden.
Effectief beleid gemeenten
Het beleid lijkt effectief (CBS, 2023), want steeds meer statushouders volgen onderwijs en het onderwijs wat zij volgen is van steeds hoger niveau. Ook stijgt het aandeel werkenden, al hebben ze nog steeds vaker een deeltijdbaan met een tijdelijk contract.
Focus op sociaal structurele integratie statushouders
De focus ligt echter op sociaal structurele integratie. Volgens Tillaart & Warmerdam (2004) kan integratie globaal worden onderverdeeld in twee dimensies: sociaal structurele integratie
en sociaal-culturele integratie.
Sociaal structurele integratie verwijst naar de participatie in onderwijs en/of de arbeidsmarkt, wat de kans op het verkrijgen van een eigen inkomen op de lange termijn inhoudt.
Sociaal-culturele integratie heeft betrekking op de oriëntatie op de Nederlandse samenleving, die zichtbaar wordt in de interactie met Nederlanders in de woonomgeving en vrijetijdsbesteding. Statushouders die een baan hebben en regelmatig contact onderhouden met Nederlanders worden beschouwd als meer geïntegreerd dan degenen die dat niet doen. (Tillaart & Warmerdam, 2004)
Factoren die de integratie van statushouders beïnvloeden
De integratie van statushouders wordt door verschillende factoren beïnvloedt Odé & Dagevos (2017). Belangrijke factoren zijn het bezitten van een Nederlands diploma en een goede beheersing van de Nederlandse taal. Deze twee factoren zijn onderling afhankelijk en hebben invloed op de mate van sociaal structurele integratie.
Functionele netwerken staushouders
Daarnaast speelt ook de aanwezigheid van functionele netwerken bij statushouders een rol. Functionele netwerken verwijzen naar de sociale relaties en contacten die een individu heeft en die van praktisch belang zijn voor het functioneren in de samenleving.
Deze netwerken bestaan uit mensen die kunnen helpen bij het verkrijgen van werk, opleidingsmogelijkheden, informatie, ondersteuning en andere middelen die nodig zijn voor sociaal structurele integratie. Het gaat hierbij om relaties met bijvoorbeeld werkgevers, collega’s, buren, vrienden, familieleden, docenten of andere professionals die kunnen bijdragen aan de sociale en economische positie van de statushouder.
Opvattingen van invloed over rol man-vrouw en andere sociale gebruiken
Ten slotte hebben sociaal-culturele factoren ook invloed, zoals opvattingen over genderrollen en andere sociale gebruiken en omgangsvormen. Ten tijde van de coronapandemie hebben we allen ervaren hoe moeilijk het is om nieuwe sociale gebruiken aan te leren, handen schudden en elkaar driemaal zoenen als begroeting waren bijvoorbeeld niet meer aanvaardbaar.
We moesten zoeken naar nieuwe manieren om elkaar te begroeten. Anders gezegd: sociale conventies zijn diepgeworteld in de samenleving en naarmate we ouder worden, wordt het lastiger om deze conventies aan te passen. Spreekvolume, afstand tot elkaar in een gesprek, wat wel en niet gedeeld wordt met anderen zijn maar enkele elementen van een gesprek die beïnvloedt worden door sociale gebruiken.
Het effect van burgerinitiatieven op de integratie
Om de integratie van statushouders te stimuleren, kan de gemeente het aanmoedigen van burgerinitiatieven die hieraan bijdragen bevorderen (De Gruijter & Razenberg, 2017; Hujnk et al., 2017). Burgerinitiatieven houden in dat burgers het voortouw nemen om statushouders en Nederlanders met elkaar te verbinden. Deze initiatieven ontstaan vaak vanuit de basis en zijn onafhankelijk van de overheid. Gemeenten kunnen echter wel ondersteuning bieden aan deze initiatieven (Van Houwelingen et al., 2014).
Verder onderzoek naar de impact van burgerinitiatieven op de integratie nodig
Er zijn verschillende juridische vormen waarin burgerinitiatieven kunnen worden vormgegeven (Aalvanger & Beunen, 2014). Lokale burgerinitiatieven richten zich vaak op lokale problemen, zoals de integratie van statushouders binnen een lokale gemeenschap (Aalvanger & Beunen, 2014). Voorbeelden van burgerinitiatieven omvatten maatjesprojecten, buurtbijeenkomsten en het aanmoedigen van deelname aan bestaand vrijwilligerswerk.
Verder onderzoek naar de impact van burgerinitiatieven op de integratie van statushouders is noodzakelijk om waardevolle aanbevelingen te kunnen doen aan gemeenten over hoe de integratie van statushouders verder bevorderd kan worden.