De werkloosheid onder mensen met een migratieachtergrond is hoger dan onder mensen zonder migratieachtergrond. Het werkloosheidspercentage onder niet-westerse migranten bedraagt 8,6% en onder westerse migranten 5,5%, tegenover 3,3% onder mensen zonder migratieachtergrond (CPB & SCP, 2020; CBS, 2022). Specifiek statushouders (mensen die gevlucht zijn en een legale verblijfstatus hebben) zijn nog vaker werkloos. Na 5 jaar verblijf in Nederland is nog steeds 4 op de 10 statushouders werkloos en werkt 84% van de werkende statushouders op basis van een tijdelijk contract (CBS, 2022). Statushouders die de (ongeschreven) regels over hoe en waar werk te zoeken niet kennen, vinden moeilijker werk (Dagevos & Odé, 2016). Een sociaal netwerk met autochtone Nederlanders helpt hierbij, wat benadrukt dat werkgevers actief in contact moeten worden gebracht met statushouders (Odé & Dagevos, 2017).
De instroom van statushouders in de arbeidsmarkt is een complex proces dat wordt beïnvloed door verschillende factoren. We focussen ons in deze blog op factoren die een rol spelen aan bij de werkgevers. Volgens Van der Meer en Den Dulk (2019) kunnen de verschillen tussen werkgevers in het aannemen van statushouders worden verklaard door de human capital-theorie en de institutionele theorie.
Human Capital-Theorie en Institutionele Theorie
De human capital-theorie stelt dat werkgevers een statushouder aannemen als de opbrengsten de kosten overstijgen. Hierbij letten werkgevers op het menselijk kapitaal van statushouders, zoals taalniveau, opleidingsniveau, werkervaring en gezondheid. Statushouders hebben echter vaak te maken met mentale en fysieke problemen als gevolg van hun vlucht (Ott, 2013) en vormen daarmee een risicofactor in de ogen van werkgevers.
De institutionele theorie daarentegen, stelt dat organisaties zich aanpassen aan institutionele druk om hun legitimiteit te behouden. Werkgevers nemen eerder een statushouder aan als zij andere werkgevers kennen die dit ook doen (Van der Meer & Den Dulk, 2019). Wet- en regelgeving (regulatieve druk) en normen en waarden (normatieve druk) spelen hierbij een rol.
Discriminatie bij Werving en Selectie
Ondanks de bereidheid van sommige werkgevers om statushouders aan te nemen, zijn er verschillende belemmeringen die dit proces kunnen compliceren. Een van de grootste obstakels is discriminatie, zowel bewust als onbewust. Nationale en internationale onderzoeken tonen aan dat discriminatie een rol speelt bij de werving en selectie van statushouders en andere mensen met een migratieachtergrond (Jongen et al., 2020).
Onbewuste discriminatie kan bijvoorbeeld optreden wanneer bedrijven zonder divers personeelsbestand nieuwe werknemers werven via hun eigen netwerk. Dit kan leiden tot een homogene werkomgeving waarin statushouders minder kans krijgen om aangenomen te worden. Ook bij de selectie van potentiële werknemers speelt discriminatie een rol. Hulsegge et al. (2021) benadrukken het belang van gestructureerde selectieprocedures, zoals het gebruik van beoordelingsformats, gestructureerde selectiegesprekken en anoniem solliciteren, om statushouders een eerlijke kans te geven.
Belang van Opleiding en Werkervaring
Onderzoek van Van der Meer en Den Dulk (2019) toont aan dat motivatie en zachte skills vaak belangrijker worden gevonden dan relevante opleiding of werkervaring bij het aannemen van statushouders. Werkgevers verwachten dat statushouders de benodigde vaardigheden op de werkvloer of tijdens een leer-werktraject kunnen opdoen. Echter, statushouders met een Nederlands diploma vinden vaker werk en hebben vaker een baan op niveau (Odé & Dagevos, 2017). Dit komt omdat werkgevers het lastig vinden om buitenlands menselijk kapitaal in te schatten en tegelijkertijd willen aangeven open te staan voor statushouders.
Aanbevelingen voor Gemeenten
Voor gemeenten die een rol spelen willen spelen in het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van statushouders doen we de volgende aanbevelingen:
- Contact Faciliteren: Breng statushouders en werkgevers met elkaar in contact en bied langdurige begeleiding om de kans op langdurige arbeidsparticipatie te vergroten (Odé en Dagevos, 2017; Dikkers et al., 2021).
- Diplomawaardering Verbeteren: Ondersteun werkgevers bij het proces van diplomawaardering, zodat zij beter kunnen inschatten wat statushouders kunnen bijdragen (Van den Enden et al., 2018).
- Financiële Ondersteuning: Bied passende vergoedingen aan organisaties voor het begeleiden van statushouders, vooral kleine bedrijven, om de drempel voor het aannemen van statushouders te verlagen (Adelmeijer et al., 2017).
- Duurzame Participatie Stimuleren: Richt het beleid niet alleen op leer-werktrajecten, en het aan het werk krijgen van statushouders, maar ook op het aan het werk houden, door middel van voortdurende begeleiding (De Vries et al., 2021).
- Training en Cultuursensitiviteit: Organiseer trainingen en cursussen voor organisaties om cultuursensitiviteit te bevorderen en wederzijds begrip tussen werknemers van verschillende achtergronden te versterken. Dit vergroot de kans dat de aangenomen statushouder langdurig aan het werk blijft.
Aanbevelingen voor Organisaties
Organisaties kunnen diverse maatregelen treffen om de inclusie en arbeidsparticipatie van statushouders te bevorderen:
- Externe Samenwerking: Houd nauw contact met externe partijen zoals gemeente, UWV en taalcoaches om statushouders te ondersteunen.
- Uitgebreide Onboarding: Besef dat een langduriger onboardingsproces met aandacht voor het ontwikkelen van werknemersvaardigheden en werken in de Nederlandse cultuur belangrijk is voor het optimaal presteren van de statushouder. Koppel statushouders aan ervaren werknemers die hen kunnen begeleiden.
- Bewustwording van Uitdagingen: Wees bewust van korte termijn- en lange termijn uitdagingen, zoals taalbarrières en culturele verschillen. Investeer in deskundigheidsbevordering omtrent inclusie en diversiteit voor alle werknemers.
Literatuurlijst
Adelmeijer, M., Schenderling, P., Van Urk, F., & Ten hoor, J. (2017). Onderzoek Participatiewet bij werkgevers. Rapportage fase 2. Geraadpleegd op 7 april 2022 van, https://www.inclusievearbeidsorganisatie.org/kennis/kennisbank/item/onderzoek-participatiewet-bij-werkgevers-rapportage-fase-2
CBS. (2022). Asiel en Integratie. 15 april 2022. Geraadpleegd op 8 mei 2023, van https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2022/15/asielenintegratie2022.pdf
CPB, & SCP (2020). Kansrijk integratiebeleid op de arbeidsmarkt. Den Haag.
Dagevos, J., & Odé, A. (2016). Gemeenten volop aan de slag met integratie statushouders. S&D, 73(4), 12-19.
De Vries, S., van der Weide, J., & Gariç, S. (2021). Statushouders begeleiden bij de ‘inburgering’op het werk: Lessen voor HRM vanuit de praktijk. Tijdschrift voor HRM, 24(4), 50-76.
Dikkers, J., Drop, H., & van der Aa, P. (2021). HRM-uitdagingen rond de inclusieve arbeidsmarkt: inzichten uit praktijkgericht onderzoek. Tijdschrift voor HRM, 24(4), 20-31.
Hulsegge, G. Verhoef, H. Emmert, S., Thijs, C. (2021). Effectieve interventies om arbeidsmarktdiscriminatie te verminderen tijdens de werving en selectie: een delphi-studie. Tijdschrift voor HRM. 24(3), 33-55.
Jongen, E., Muns, S., Thijs, C., Boer, H. W. D., Dagevos, J., Dillingh, R., … & Zulkarnain, A. (2020). Kansrijk integratiebeleid op de arbeidsmarkt. Den Haag: Centraal Planbureau, Sociaal en Cultureel Planbureau.
Odé, A., & Dagevos, J. (2017). Statushouders aan het werk. Mens en maatschappij, 92(4), 447-468.
Ott, E., (2013) The Labour Mar- ket Integration of Resettled Refugees, Policy Development and Evaluation Services, Evaluation Report PDES/2013/16 (Geneva: UNHCR, 2013).
Van den Enden, T., De Winter-Koçak, S., Booijink, M., & De Gruijter, M. (2018). Wat werkt bij de bevordering van de arbeidsparticipatie van statushouders. Geraadpleegd op 7 juni 2021, van https://www.kis.nl/sites/default/files/wat_werkt-arbeidsparticipatie-statushouders-2020-kis_0_0.pdf
Van der Meer, J., & Den Dulk, L. (2019). Statushouder in dienst? Afwegingen van werkgevers. Tijdschrift voor HRM, 22(3), 58-80.